De eerste zes maanden na de geboorte zal een baby met name worden gevoed met moedermelk of een kunstmatige vervanger daarvan. Op het moment dat een baby echter de leeftijd van zes maanden heeft bereikt kan men overgaan op het geleidelijk geven van wat vaster voedsel.
Men kan dan gaan beginnen met een zogenaamd groente- of fruithapje dat bestaat uit fijngemalen groente of fruit. In de pulp die ontstaan is mogen overigens geen suiker of zout aan toe worden gevoegd maar ook geen klontjes aanwezig zijn. Natuurlijk zal een baby niet direct alles wat aan wordt geboden even lekker vinden en dus bepaald voedsel moeten leren eten. Men dient overigens wel rekening te houden met het feit dat bepaalde groentes en fruitsoorten lastig te verteren zijn of voor darmkrampjes kunnen zorgen. Deze kan men dan ook beter niet geven tot de baby de leeftijd van een jaar heeft bereikt. Dit geldt overigens ook voor honing dat is zelfs gevaarlijk voor de gezondheid van het kleintje.
Wil men een baby vanaf zes maanden een papje voorzeggen dan kan men dit beter niet doen als dit van koemelk is gemaakt of als er granen in zitten die lastig te verteren zijn. Een papje gemaakt van rijstebloem met een melkvervanger die speciaal bedoeld is als babyvoeding is dan ook een goede oplossing. De melkvervanger kan eveneens worden gebruikt om kleine stukjes brood zonder korstjes, besmeert met wat jam, smeerkaas of smeerworst, in te dopen alvorens in de mond van het kleintje te stoppen.