Personen die niet in staat zijn om zelf voedsel tot zich te nemen worden in de regel door mensen in hun directe omgeving van voedsel voorzien en soms zelfs gevoed. Dit wil dus zeggen dat men deze personen voedsel in de mond geeft of door middel van een slangetje in de maag terecht laat komen.
Zo voedt men baby’s en jonge kinderen die zelf niet in staat zijn te eten. Bij baby’s gebeurt dit door middel van het geven van borstvoeding of door middel van het aanbieden van kunstmatige moedermelk in een zuigflesje. De wat oudere kinderen krijgen zacht voedsel in de vorm van pulp of in kleine stukjes aangereikt zodat zij deze eenvoudig kunnen doorslikken.
Op het moment dat een kind over voldoende tanden en kiezen beschikt kan het ook harder voedsel gaan eten maar dient men wel voorzichtig te zijn om verslikking en verstikking te voorkomen. Bij ernstig zieken kan men in bepaalde gevallen ook overgaan tot voeden omdat deze persoon te zwak is om zelf te eten of omdat men niet op een normale manier voedsel tot zich kan nemen en er dus een speciale sonde nodig is om het vloeibare voedsel in de maag te brengen.
Voeden kan eveneens noodzakelijk zijn op het moment dat een persoon voedsel weigert en zal sterven indien er geen voeding toe wordt gediend op een dwangmatige of kunstmatige wijze. Een mens heeft, net als alle overige organismen, voedsel nodig om te kunnen overleven en op een normale manier te functioneren.