Dadels zijn tegenwoordig min of meer onbekende vruchten en onbekend maakt onbemind. Toch zijn deze steenvruchten heel gezond, ze zitten vol met vitamine C, ijzer en vezels. Dadels werden vroeger veel gegeten door vrouwen die in verwachting waren en tijdens de tijd dat zij borstvoeding gaven. Verse dadels kom je in onze winkels bijna niet meer tegen. De meeste dadels die wij hier eten zijn gedroogd.
Dadels hebben in hun gedroogde vorm een erg zoete smaak. Verse en vries- verse dadels kun je meestal nog wel vinden in de Turkse en Griekse winkels. In deze landen worden in tegenstelling tot hier de dadels juist veelvuldig gebruikt als smaakversterkers in diverse gerechten. Alle goede stoffen die men nodig heeft blijven in de verse en vries- verse dadels bewaard. Een dadel bevat veel natuurlijke suikers maar geen vet en maar weinig calorieën wat ze ook bij diëten geschikt maakt. De verse dadel is langwerpig en heeft een schil, de dadel hoeft niet geschild te worden, wel even de pit in het midden verwijderen. Je kunt dadels zo eten maar ze ook verwerken in gerechten.
Je kunt de dadels eenvoudig in stukjes of reepjes knippen of snijden met een scherp mesje. Naast vitamine C, ijzer en vezels bevat een dadel veel mineralen en andere vitamines waaronder B6. Daarnaast zit in dadels geen cholesterol. De gedroogde dadels die je wel eens tegen komt in noten mixen zijn minder gezond omdat deze gekookt zijn in stroop. In een notencake en in verschillende ontbijtkoeken komt men regelmatig gedroogde dadels tegels. Verse dadels kunnen meegesmoord worden bij wildgerechten of in sausen. In Turkse en Griekse gerechten als couscous en baklava worden verse dadels gebruikt. In Spanje komt men nog wel eens dadels tegen bij Tapas en in nagerechten. Vooral verse dadels zijn heel gezond.