Sinusitis betekent een ontsteking van de bijholtes zoals de kaakholte en de voorhoofdholte. Een ontsteking van deze sinussen, de met lucht gevulde holten in de schedel, rondom de neus, de ogen en de bovenkaak en in het voorhoofd. Deze holtes zijn met slijmvlies bekleed en door middel van nauwe openingen verbonden met de neusholte. Bij kinderen beneden de vijf jaar komt sinusitis
minder vaak voor, deels doordat bij deze groep de sinussen nog niet volledig zijn ontwikkeld.
De oorzaak van sinusitis welke het meest voorkomt is een infectie die wordt veroorzaakt door een virus, zoals bij een verkoudheid het geval is. Op het moment dat de afvoeropeningen door deze infectie verstopt zijn, zal zich slijm in de holten gaan verzamelen. In bepaalde gevallen raakt het slijm op die manier met bacteriën geïnfecteerd.
Een blokkering van de sinussen komt meer voor bij afwijkingen aan de neus, zoals wanneer een neustussenschot scheef staat of de neuspoliepen geïnfecteerd zijn. Mensen hebben eveneens een grotere kans op sinusitis als zij te maken hebben met een allergische rhinitis of bijvoorbeeld een aandoening zoals cystische fibrose. Als de openingen door een tumor wordt geblokkeerd is dat een zeldzaamheid te noemen. Heeft men daarentegen een verzwakte immuniteit, zoals bijvoorbeeld mensen die hiv-geïnfecteerd zijn en personen welke gebruik maken van immuunonderdrukkers, hebben eveneens een grotere kans.
Tot de symptomen van sinusitis behoren, afhankelijk van de holten welke aan zijn gedaan: pijn in het gelaat dat toeneemt tijdens bukken, hoofdpijn, kiespijn, een verstopte neus en geel of groen snot.