Een acute infecties van de bovenste luchtwegen komt vrij frequent voor. Daarbij hebben kinderen er meer last van dan volwassenen, omdat zij nog niet zoveel immuniteit op hebben gebouwd. Naarmate men ouder wordt, is het risico dat men reeds eerder in contact is gekomen met een bepaalde ziekteverwekker groter en zal men genoeg afweer op hebben gebouwd.
Het kan bij een infectie aan de bovenste luchtwegen gaan om infecties veroorzaakt door bacteriën, virussen of schimmels. De bacteriën die het meest voorkomen zijn stafylokokken en streptokokken en de meest voorkomende virussen zijn coronavirussen, rinovirussen en influenzavirussen. Verschijnselen die normaal gesproken bij een acute infectie van de bovenste luchtwegen waar kunnen worden genomen zijn: een loopneus of een verstopte neus, hoesten, niezen, keelpijn, hoofdpijn en koorts.
Op het moment dat de infectie op een normale wijze verloopt dan hoeft er doorgaans geen aanvullend onderzoek gedaan te worden. De diagnose kan dan worden gesteld op basis van de verschijnselen die bij een patiënt aanwezig zijn.
In de meeste gevallen genezen virusinfecties binnen een week en hoeven deze niet behandeld te worden. Er zou eventueel wel een middel tegen de verstopping van de neus kunnen worden gebruikt wanneer door een virusinfectie het neusslijmvlies of het slijmvlies van de luchtwegen beschadigd is geraakt. Dit is dan een reden waarom een bacterie eenvoudig in het lichaam binnen kan dringen. In het grootste deel van alle gevallen zal een acute infectie van de bovenste luchtwegen op een spontane wijze weer herstellen waardoor een behandeling niet nodig is.