Ten onrechte worden de termen kneuzing en verstuiking van tijd tot tijd door elkaar gebruikt. Een kneuzing is echter een beschadiging van het onderhuids weefsel welke is ontstaan door een val, slag of stoot. Een verstuiking, oftewel een verrekking of verzwikking genoemd, is daarentegen een verschuiving van de uiteinde van gewrichten ten opzichte van elkaar. Daardoor zullen de kapsels die hier omheen zijn gelegen op worden gerekt of in sommige gevallen zelfs scheuren.
Bij een kneuzing krijgt men in de meeste gevallen te maken met een zwelling, pijn en een bloeduitstorting. Een bloeduitstorting kan men waarnemen als een zogenaamde blauwe plek en is ontstaan doordat er een beschadiging van de onderhuidse bloedvaatjes heeft plaatsgevonden.
Op het moment dat een kneuzing ernstig lijkt dus met andere woorden: erg gezwollen en/of erg blauw is, het gewricht warm aanvoelt en/of het aangedane deel van het lichaam absoluut niet kan worden belast, dan is het aan te raden om een arts te consulteren. Eveneens wanneer bij kinderen met enige regelmaat kneuzingen ontstaan dan kan men beter een arts daarover raadplegen.
Bij een kneusverwonding zal de eerste hulp bestaan uit het aanbrengen van een drukverband, wordt de aangedane plaats gekoeld met ijs (niet direct op de huid maar met een doekje ertussen om bevriezing te voorkomen) en zal men rust moeten houden. Om de eerste 24 uur een zwelling te voorkomen kan men een elastisch drukverband aanleggen. Daarna gebruikt men een niet elastisch steunverband. De zwelling zal verminderen door het gekneusde lichaamsdeel omhoog te leggen.