Als één of meerdere gewrichten van het lichaam op zijn gezwollen en/of pijn doen, is er sprake van gewrichtspijn. Door deze pijn kan de beweeglijkheid van een gewricht zelfs minder worden.
Niet alle gewrichten in het lichaam zien er identiek uit. De schouder bestaat bijvoorbeeld uit een kogelgewricht terwijl er in de vingers scharniergewrichten aanwezig zijn. Normaliter bedekt een zacht laagje kraakbeen de oppervlakken van de gewrichten van de botten. Een gewricht bevat bovendien vocht, dat als taak heeft deze botten flexibel en pijnloos over elkaar te laten glijden. In het kaak- en kniegewricht zit eveneens een zogenaamde meniscus, een kraakbeenschijf die als schokdemper in het gewricht fungeert.
De oorzaken van gewrichtspijn zijn zeer uiteenlopend en kunnen niet alleen acuut opkomen en snel weer verdwijnen maar eveneens chronisch opkomen en lange tijd aanhouden. Een infectie of een blessure kan bijvoorbeeld voor acute gewrichtspijn zorgen. Soms is gewrichtspijn een symptoom van een achterliggende ernstige ziekte, zoals bijvoorbeeld bij leverontsteking (hepatitis) of acute reuma het geval is. De meest voorkomende oorzaken van chronische gewrichtspijn zijn osteoartritis, waarbij er een slijtage op is getreden aan de gewrichtsbotten, en chronische reuma (reumatoïde artritis).
De behandeling van de gewrichtspijn is er met name opgericht om de achterliggende oorzaak aan te pakken en op het bestrijden van de pijn en overige symptomen. Dikwijls worden er pijnstillers (analgetica) voorgeschreven bij de behandeling van gewrichtspijn. Duurt gewrichtspijn langer dan een paar dagen dan is het verstandig om een arts te raadplegen zodat er passende maatregelen kunnen worden getroffen.