Veel mensen die beginnen met fitness besteden veel van hun tijd in de sportschool aan de zogenaamde cardiotraining. Cardiotraining (ook wel cardiovasculaire training genoemd) is op het oefenen van het algemeen uithoudingsvermogen gericht en behoort tot de duurtrainingen.
Deze cardiotraining zorgt ervoor dat: het lichaam voor een langere tijd een inspanning kan verrichten. Met andere woorden dat de conditie zal verbeteren en het lichaam de vetreserves als brandstof gaat verbruiken. Dit is dus een prima manier om gewicht, in de vorm van vet, te verliezen. Om effectief vet te kunnen verbranden dient de intensiteit van de cardiotraining echter niet te hoog te zijn. Op het moment dat men te zwaar zou gaan trainen dan verbrandt men wel meer calorieën maar ligt het percentage van die calorieën welke van het vet afkomstig zijn lager dan bij een zogeheten lage-intensiteitstraining.
Om te kunnen bepalen hoe intensief de training is maakt men gebruik van de hartslag. Deze kan men gemakkelijk in de gaten houden met behulp van een hartslagmeter. Er zijn zelfs hartslagmeters op de markt gebracht welke men kan gebruiken bij een fietstraining en die rekening houden met het verzet op deze fiets evenals met de hoogte waarop men de training uitvoert.
Over de beste hartslag om op te trainen zijn de meningen verdeeld. De juiste marge tussen de laagste en hoogste hartslag waarin men dient te trainen om vet te verbranden ligt tussen de 55 en 75 procent van de maximale hartslag. Een hartslagmeter gaat uit van een eenvoudige berekening: de maximale hartslagmethode. Hierbij traint men op een percentage van de maximale hartslag, welke berekend wordt door van 220 de leeftijd af te trekken. Dit is de Age Predicted Maximal Heart Rate. Door deze onnauwkeurige berekenwijze moet men rekening houden met 10 tot 15 slagen verschil per minuut (meer of minder).