Net onder de ribben, rechts in de buik zit het grootste inwendige orgaan van ons lichaam, de lever. Leverfuncties zijn: filtreren van afval- en andere schadelijke stoffen uit het bloed; productie van enzymen en gal t.b.v. de spijsvertering en aanmaak van chemicaliën en hormonen t.b.v. het regelen van lichaamsfuncties. Er bestaan twee vormen van leverkanker. Primair (kanker ontstaat in de lever zelf) en secundair (kanker is een uitzaaiing van een gezwel elders).
De precieze oorzaak van leverkanker is nog onbekend. Echter levercirrose en chronische leverinfecties (virale hepatitis B/C) vergroten het risico op leverkanker. Deze ziekte komt meer voor bij personen 60plussers en meer bij mannen dan bij vrouwen. De meest voorkomende vorm van primaire kanker is levercelcarcinoom, een ontwikkeling van de ziekte in de levercellen (hepatocyten) en o.a. overige gezonde levercellen beschadigt. Kwaadaardige tumoren kunnen ontstaan door voortdurende groei van reeds aangetaste levercellen. Veel leverkankersymptomen zijn in de beginfase nauwelijks merkbaar, waardoor de ziekte moeilijk is op te sporen. In latere leverkanker-ontwikkelstadia ontstaan klachten als buikpijn en opgeblazen gevoel; misselijkheid en braken; gewichtsverlies; vermoeidheid; druk op de galwegen (geelzucht).
Afhankelijk van type en ontwikkelstadium van kanker is leverkanker op diverse manieren te behandelen. Genezing is mogelijk bij kleine, geheel in de lever ingekapselde tumoren d.m.v. chirurgische behandeling of levertransplantatie. In geval de tumor groot is dan wel zich tot buiten de lever heeft uitgebreid kunnen de symptomen worden verlicht en het leven van de patiënt verlengd door chemo- of bestralingstherapie. Laatst genoemde behandeling is niet genezend.