Anemie wordt ook wel ijzergebrek of bloedarmoede genoemd. Bij anemie is er een tekort aan of een afwijking van hemoglobine in de rode bloedcellen. Hemoglobine bindt zuurstof in de longen en transporteert dit via de bloedsomloop naar de weefsels.
Er is een aantal oorzaken die tot anemie kunnen leiden. De meest voorkomende daarvan is ijzertekort dat kan ontstaan door overmatig bloedverlies, verkeerde voeding of onvermogen van het lichaam om ijzer uit het voedsel op te nemen. Ook vroegtijdig verlies van rode bloedcellen (hemolytische anemie), gebrek aan vitamine B12 (pernicieuze bloedarmoede) en erfelijke afwijking in de hemoglobineproductie (sikkelcelanemie en thalassemie) kunnen leiden tot bloedarmoede. Een andere oorzaak is het onvermogen van de beenmergcellen om rijpe, rode bloedcellen aan te maken. Dit noemt men Aplastische anemie en wordt meestal veroorzaakt door medicijnen (chemotherapie), chemicaliën ( giftige benzeen), door straling of als gevolg van reumatische artritis of kanker.
Symptomen van anemie zijn zwakte (kortademigheid, ook bij geringe inspanning) en vermoeidheid (soms gepaard gaand met hoofdpijn, duizelingen en flauwtes, zwarte vlekken voor de ogen zien, oorsuizingen en hartkloppingen). Andere kenmerken zijn: een bleke huid en lippen, gebarsten mondhoeken, brokkelige nagels, haaruitval en slikproblemen, lusteloosheid, vergeetachtigheid en depressiviteit. Pernicieuze anemie kan leiden tot neusbloedingen, zere tong en ‘slapende’ handen en voeten. De meeste vormen van bloedarmoede kunnen goed behandeld worden. Met een bloedtest kan het hemoglobinegehalte worden gemeten en de soort bloedarmoede worden vastgesteld. Weefselmonsters voor microscopisch onderzoek bij mogelijke beenmergproblemen kunnen door beenmergpunctie/botboring worden verkregen. Bij ernstige bloedverlies/-armoede kan bloedtransfusie noodzakelijk zijn.