Op vele plaatsen kan een verstuiking optreden. Overal waar gewrichten zijn, dus we spreken niet van een verstuiking als je op je bovenarm een flinke blauwe plek hebt. Veel voorkomende verstuikingen zijn in de eerste plaats bij de enkels en de knieën, maar komen ook voor bij de pols en de voet. En degenen die veel volleyballen zullen vast wel eens een verstuiking aan de duim gehad hebben. Verstuikingen zijn pijnlijk door dat de banden rondom het gewricht uitgerekt worden of scheuren. Vaak kun je het gewricht niet meer gebruiken. Er ontstaat een zwelling en een verkleuring.
Heb je regelmatig een verstuiking bijvoorbeeld aan de enkel, dan zullende banden en gewrichtskapsels zwakker worden, waardoor er sneller weer een verstuiking ontstaat. Sterke spieren zorgen vaak voor het opvangen van balansverstoringen.
Wat ook een rol kan spelen bij verstuikingen is overgewicht. Bij een verstuiking zal meer schade optreden als iemand te zwaar is. Bij het sporten moet extra opgelet worden . Er zijn sporten waarbij speciale eisen worden gesteld aan de schoenen. Deze moeten vooral de enkels steunen. Denk daarbij aan handbal, volleybal, basketbal en zaalvoetbal. Meestal wordt uit voorzorg tape gedaan om enkels. Een stroeve ondergrond kan het draaien van de voet moeilijk maken, waardoor gemakkelijk een verstuiking kan ontstaan. Oneffen ondergronden, op- en afstapjes, randjes, verhogingen en gladheid zijn vaak de oorzaak van verstuikingen. Koel de verstuiking (niet te lang) met kompressen, ijs of koele doeken. Geef het lichaamsdeel een hoge ligging, beweeg zo min mogelijk en houd rust.