Na de geboorte van je baby is de navelstreng, waarmee hij met je placenta was verbonden, afgeklemd met een plastic navelklemmetje. De navelstreng wordt vervolgens doorgeknipt op een handbreedte afstand van het buikje van de baby. Er blijft dus een strengetje op het buikje van je baby achter. Dit navelstompje droogt in de eerste week van de geboorte geleidelijk op. Het valt vanzelf van het buikje als het verschrompeld is. Dat is meestal rondom de achtste dag. Je baby merkt daar niets van. Als het navelstompje is afgevallen kan het iets bloeden. Maak het schoon met alcohol.
We moeten er voor zorgen dat er bij het navelstompje geen infectie komt. Het wordt daarom afgedekt met een steriel gaasje, waarover een navelbandje wordt gelegd. Hou het navelstompje goed schoon. Zorg er voor dat de luier niet over het naveltje heengaat. De kans bestaat dan dat er ontlasting in komt. Na het baden wordt het naveltje voorzichtig drooggedept met een vooral schone en zachte doek. Onder het navelstompje zie je een gelige massa. Dat is geen vuil, maar het zijn witte bloedcellen die een soort korstje vormen om je baby tegen infectie te beschermen. Laat het maar rustig zitten. Zwelt het weefsel onder de navel een beetje op en puilt het naveltje een beetje uit, dan is de buikwand van de baby nog niet helemaal goed gesloten. We spreken dan over een navelbreuk, die overigens niet gevaarlijk is. Het trekt meestal in het eerste levensjaar al helemaal weg.