Als de zwangerschap niet de volle veertig weken duurt, is er sprake van een eerder geboorte, vroeggeboorte, extreme prematuriteit of miskraam. Een vroeggeboorte komt bij zeven tot acht procent van alle zwangerschappen voor. Een reden voor een vroeggeboorte kan zijn de hogere leeftijd waarop vrouwen kinderen krijgen, de toename van meerlingen en het eerder ingrijpen bij problemen tijdens de zwangerschap Tegenwoordig wordt er meer geregistreerd wanneer vroeggeboorten plaatsvinden. Een vroeggeboorte kan spontaan optreden, maar het kan ook worden opgewekt. Dat laatste gebeurt bijvoorbeeld als de groei van de baby in de baarmoeder onvoldoende is. Dat kan komen door slechte zuurstoftoevoer en dat leidt weer tot een zuurstoftekort. Er wordt dan besloten kunstmatig de geboorte op te wekken of er wordt gekozen voor een keizersnede.
Bij het spontaan optreden van een vroeggeboorte breken de vliezen voortijdig. Het is niet wetenschappelijk aangetoond dat een vroeggeboorte voorkomt als de vrouw veel aan sport doet, veelvuldig gaat tillen e.d. Lichamelijke activiteit in de eerste twee trimesters van de zwangerschap verkleint zelfs de vroeggeboorte. Wat wel van invloed kan zijn is roken, een ontsteking van het tandvlees, eerdere abortus, een korte baarmoederhals en een hogere leeftijd. Bij een dreigende vroeggeboorte wordt bedrust voorgeschreven. Er is wel een verhoogd risico op trombose. Er zijn situaties waarbij bedrust noodzakelijk is. Bijvoorbeeld wanneer de vliezen gebroken zijn of ontsluiting waarneembaar is. Uitstel van de geboorte is vrijwel onmogelijk als de ontsluiting groter is dan vijf centimeter. Weeënremmers en antibiotica worden ook wel voorgeschreven bij een dreigende vroeggeboorte.