Moederkruid is een plantje dat op het eerste oog een beetje op een margrietje lijkt. De plant kan in zijn oorspronkelijke vorm zo’n vijftig centimeter hoog worden. De gecultiveerde soorten van het moederkruid blijven een stuk lager. De bladeren van het moederkruid draaien in een kronkel, op het blad staan stippen. De stengel is harig en aan de kop van de plant bloeien vele bloemetjes van ongeveer een tot twee centimeter. Als de bloemetjes bloeien scheidt het moederkruid een kamferachtige geur af. Van oorsprong is moederkruid een tuinkruid. Het moederkruid zaait zichzelf uit. Aan het moederkruid worden medicinale krachten toegedicht. Het blijkt dat zelfs de oude Grieken al moederkruid gebruikten voor medicinale redenen.
Heel vroeger werden de blaadjes van het moederkruid gebruikt voor regulatie van de menstruatie en bij de bevalling, daar komt waarschijnlijk dan ook de naam moederkruid vandaan. Daarnaast helpt moederkruid bij koorts en griep en kan het hoofdpijn en migraine voorkomen. De bittere blaadjes werden vers van de plant gegeten. Omdat moederkruid wel degelijk een heilzame werking leek te hebben is men de blaadjes gaan drogen en verwerken in tabletten en capsules. Zelf kan men de blaadjes natuurlijk ook drogen, alleen kan men niet de bittere stof verwijderen wat men bij de capsules wel gedaan heeft. Daar staat dan wel weer tegenover dat er aan het natuurlijk medicinale vermogen van het moederkruid geen chemische bewerkingen te pas komen. Wil men de bladeren van het moederkruid drogen dan moet je deze plukken voor de bloemetjes gaan bloeien.