Al vanaf vier tot zes maanden krijgt de mens met meel te maken. We gebruiken verschillende meelsoorten voor het maken van gerechten, bakken van brood, binden van sauzen en dergelijke. Sommige meelsoorten zijn gezonder dan anderen, de kleur van de meelsoorten is afhankelijk van de bewerking. Vooral bij brood is dit duidelijk te zien, bij witbrood zijn de granen geheel schoongemaakt en gebruikt men alleen de kern terwijl bij volkoren de donkere kleur voortkomt van ongepelde granen. Omdat vezels belangrijk zijn is er nu speciaal voor kinderen “wit” brood op de markt waar door een speciale bewerking de vezels aan toegevoegd zijn.
Ook zijn er speciale meelsoorten die geschikt zijn gemaakt voor mensen met allergieën of waar de samenstelling geschikt is voor in diëten. In ontbijtdranken en papsoorten zijn verschillende meelsoorten verwerkt. Baby’s beginnen vaak met heel fijn gemalen rijstbloem. Als het kindje wat groter wordt krijgt het vaak een rijstwafels als lekker hapje of om de grootste honger te stillen tot etenstijd. Lange tijd zijn meelsoorten afgeraden als men op dieet ging. Doordat de vezels een belangrijke rol bleken te spelen in ons spijsverteringsstelsel worden meelsoorten met volkoren granen nu juist aangeraden. Meelsoorten worden van allerlei granen gemaakt, heel lang was tarwe de belangrijkste leverancier voor meel. Tegenwoordig wordt meel uit allerlei granen gemaakt, bij veel mensen is door de natuurlijke zoete smaak maïsmeel favoriet. Maïsmeel wordt veelvuldig in de keuken gebruikt voor de binding van jus en sauzen maar ook voor het bakken van koekjes en brood.