Stretchen (een Engelse term met als betekenis rekken of strekken), wil zeggen het op een voorzichtige wijze rekken van een groep spieren om deze zo voor te kunnen bereiden op een komende inspanning en/of om de lenigheid van deze spiergroep te kunnen trainen en op die manier te kunnen verbeteren. Verder kan het stretchen worden gebruikt ter bevordering van revalidatie en om blessures te kunnen voorkomen. Bij het optreden van een acute kramp kan men eveneens de getroffen spier stretchen om op die wijze de kramp tegen te gaan. Bij het stretchen worden dikwijls ook de pezen meegestrekt en opgerekt.

Balans is bij stretchen erg belangrijk. In de meeste gevallen dient men de tegengestelde spiergroep eveneens te stretchen voor het verkrijgen van een optimaal resultaat en eveneens om zo het ontstaan van blessures te kunnen voorkomen. Stretchen vormt in de regel een onderdeel van een warming-up van een bepaalde tak van sport en in sommige gevallen zelfs een onderdeel van de cooling-down na het sporten.

Dat stretchen belangrijk is, is wellicht nog maar pas sinds enkele decennia bekend bij het grote publiek. Het menselijk lichaam echter, en ook het lichaam van veel dieren, heeft het nut hier al lang geleden ontdekt en past het dan ook al eeuwenlang toe. Dit stretchen gebeurt overigens op een heel natuurlijke manier. Bijvoorbeeld op het moment dat een mens of een dier zich eens lekker uitrekt als men net wakker is geworden. Stretchen kan eveneens ter ontspanning toe worden gepast zoals dat ondermeer bij de beoefening van yoga gebeurt terwijl sommige mensen ook aan stretchen doen om het tussen het werk door zich ontspannen te gaan voelen.

De reden waarom stretchen zo belangrijk is kent dus verschillende redenen die variëren van zich ontspannen voelen tot het voorkomen van blessures door het oprekken van spieren.