Maagkanker is een vorm van kanker die uitgaat van de maag. Hoewel de vooruitzichten bij een vroegtijdige opsporing niet slecht te noemen zijn, is zo’n vroege ontdekking van maagkanker eerder uitzondering dan regel. De maag ligt immers diep in het lichaam waardoor, een zich ontwikkelende, maagtumor niet te zien is en eveneens niet snel klachten zal geven van bijvoorbeeld pijn of door op een bepaalde plaats druk te veroorzaken. Tegen de tijd dat zich duidelijke klachten ontwikkelen is het dan ook dikwijls te laat.
In de meeste gevallen gaat het bij maagkanker om een adenocarcinoom van de epitheellaag van de maag. Enkele procenten van de patiënten met maagkanker worden gevormd door mensen met leiomyosarcomen en lymfomen van de maag.
Er zijn een aantal ziektes en risicofactoren bekend die het ontwikkelen van maagkanker kunnen vergroten: een te geringe inname van vitamine C, een infectie het helicobacter pylori, hypogammaglobulinemie, pernicieuze anemie, het bezitten van bloed uit bloedgroep A, een eerdere (gedeeltelijke) maagverwijdering, te grote zoutconsumptie, roken, overgewicht of te veel gerookt voedsel eten.
Maagkanker zou men eventueel kunnen gerkennen aan maagpijn. Dit is echter een aandoening die op een heleboel andere aandoeningen kan wijzen en is dus geen goede graadmeter. Symptomen die eveneens optreden bij patiënten die lijden aan maagkanker zijn: een vol gevoel, misselijkheid, braken, een verminderde eetlust, gewichtsverlies, lymfeklieren bij het sleutelbeen zijn hard en gezwollen en geelzucht door afgesloten galwegen. De meest toegepaste behandelingen bij maagkanker zijn: een operatie, bestraling, chemotherapie of een combinatie van enkele van deze methoden.