Cirrose is een niet omkeerbaar proces waarbij levercellen om worden gezet naar littekenweefsel. Vaak wordt echter de fout gemaakt door te spreken van levercirrose, wat echter een pleonasme is: cirrose betreft immers in alle gevallen de lever.
De oorzaak van cirrose die het meest voorkomt in de westerse wereld is het gebruik, of beter gezegd het misbruik, van alcoholhoudende dranken. Overigee oorzaken van cirrose zijn chronische ontstekingen aan de lever zoals bij hepatitis B en C of door ijzerneerslag (hemochromatose). Leververvetting is, in tegenstelling tot cirrose, wel omkeerbaar. Bij cirrose echter wordt het littekenweefsel nooit meer zoals de originele levercel voorheen was en neemt de capaciteit van de lever dus af. Cirrose betekent dus een vernietiging van het normale leverweefsel, waardoor er niet functioneel littekenweefsel zal ontstaan rond de delen met wel werkend leverweefsel. Bij een ernstige vorm cirrose is de enige behandeling die overblijft het uitvoeren van een levertransplantatie.
Cirrose kan uiteindelijk portale hypertensie tot gevolg hebben, dus een te hoge bloeddruk in het vaatsysteem (poortader) dat is gelegen tussen de darmen en de lever. Daardoor kunnen spataderen ontstaan in de slokdarm die tot bloedingen in de slokdarm kunnen leiden. Door een toename van de bloeddruk in de buikvaten kan eveneens de milt groter worden. Verder kan door de portale hypertensie buikvocht worden gevormd dat ervoor zorgt dat de buik op zal zwellen.
Een ernstige complicatie van cirrose is het ontstaan van een levercoma (hepatische encefalopathie) waarbij afbraakproducten van het lichaam slecht worden afgebroken en men comateus kan worden.