Over potjesvoeding doen verschillende fabels de ronde. Zo zou potjesvoeding niet zo gezond zijn als verse voeding, kinderen zouden voedingsstoffen tekort komen of niet kunnen wennen aan “normaal” eten. Wat gezondheid betreft kan de twijfel snel weggenomen worden, potjesvoeding is net zo gezond, en misschien zelfs wel gezonder dan vers omdat voor de potjesvoeding strenge eisen worden gesteld wat betreft bestrijdingsmiddelen. Ook krijgt het kindje alle belangrijke stoffen die het moet hebben omdat alle potjesvoeding in Nederland aan bepaalde eisen moeten voldoen. De keuze uit verschillende maaltijden is vaak wel beperkt, met verse voeding kun je meer combinaties maken.
Bij potjesvoeding is het belangrijk dat je voeding koopt die bij de leeftijd van het kind past. Sommige bezwaren zijn de pureeachtige smurrie in potjesvoeding en de eenzijdige smaak. Op potjesvoeding staat een leeftijdsindicatie per aantal maanden vermeld, zodra een kind stukjes mag en kan eten vind je ook grovere structuur in potjesvoeding. De eenzijdige smaak valt te betwisten, het verschil van smaak tussen de verschillende groenten en pasta’s bepalen duidelijk de smaak van de potjesvoeding. Een nadeel van continue potjesvoeding is dat je kind niet leert om mee te eten met de rest aan tafel terwijl dit ook belangrijk is. Vooral als een kind stukjes kan kauwen is voor aan tafel meeeten eigenlijk geen bezwaar meer te vinden. Maak het eten wel smeuďg genoeg zodat het kind geen problemen krijgt met de ontlasting. Gebruik potjesvoeding als noodgeval of als je eten maakt wat minder geschikt is voor het kind.