Iedereen kan ooit een paniekaanval krijgen, ook kinderen. Je hebt opeens het gevoel dat je niet meer kunt ademen, er ontstaat een ongrijpbare angst sommige mensen raken letterlijk en figuurlijk verlamd. Een paniekaanval is altijd maar van korte duur. Jezelf hervatten of inspreken op een kind laten een paniekaanval verdwijnen. Dit hoeft niet automatisch ook te beteken dat de angst verdwijnt. We spreken over een paniekaanval als de betreffende paniekreactie slechts eenmalig voorkomt. Herhalen paniekaanvallen zich regelmatig dan is er sprake van een paniekstoornis. De oorzaak van een paniekaanval bij een kind is meestal een onverwachte gebeurtenis die het kind niet kan grijpen en waarvan het niet weg kan lopen.
Als voorbeeld, een kind in een buggy zit op kniehoogte van omstanders. Komt er iemand voorbij met een middelgrote hond en het kind kent geen honden dan het beestje over als een monster. De angst groeit als de bezitter blijft staan en de hond het kind likt. Het kind kan uit schrik de adem inhouden tot het blauwe lipjes krijgt of een ontzettende krijs naar buiten stoten. Blaas het kind dat de adem inhoudt in het gezicht of trek het aan de armpjes omhoog uit de buggy. Als de hond “uit beeld” is gaat het vanzelf huilen. Krijst het kind zak dan op je knieën naast de buggy en aai de hond over de kop terwijl je geruststellend praat en zegt dat het hondje lief is. Als jij niet bang bent hoeft het kind het ook niet te zijn.