Kleine kinderen hebben als zij met lopen beginnen bijna altijd platvoeten, dit komt omdat de voet pas rond de zevenjarige leeftijd helemaal gevormd is. Als je later twijfelt of je kind platvoeten heeft dan kun je dit simpel controleren door een afdruk van de voet te maken. Aan de binnenzijde van de voet heeft een normaal gevormde voet een boog, de afdruk van de voet laat de buitenkant van de voet, de tenen, de hiel en de bal van de voet zien. Er zijn twee soorten platvoeten, de soepele- en de stijve platvoet. Bij de soepele platvoet die het vaakst voorkomt verandert de vorm door de basisaanspanning van de spieren. Op de tenen lijkt de voet normaal maar zodra je gaat staan zakt de voet door. Een stijve platvoet is meestal aangeboren of ontstaan door bijvoorbeeld een trauma.
Van een lichte vorm van soepele platvoeten heb je meestal geen last. Pijn en vermoeidheid kunnen wel optreden bij ernstige soepele platvoeten. Mensen met stijve platvoeten hebben vaker pijn omdat de voet wortelbeentjes vergroeit zijn. In de meeste gevallen is een behandeling bij soepele platvoeten niet nodig, tot het tiende levensjaar kan de voetboog nog in een normale vorm groeien. Bij stijve platvoeten is behandeling afhankelijk van de oorzaak en mate van last, zoals pijn. De behandeling kan verschillen van steunzolen tot een operatie. Veel mensen met platvoeten hebben profijt bij steunzolen omdat deze de voet op de juiste plaatsen ondersteunen. Men wordt minder snel vermoeid en er zijn minder pijnklachten.