Een ooievaarsbeet is een kleine rode vlek die bij de baby zichtbaar is direct bij de geboorte. Sommige kinderen hebben zelfs meer ooievaarbeten. De ooievaarsbeet loopt egaal mee met de huid van de baby. Vroeger werd de ooievaarsbeet door de zoals ze toen nog genoemd werden “vroedvrouwen” een engeltjeskus genoemd of een stempel van “boven”. In de medische wereld spreekt men over hemangiomen. Ooievaarsbeten doen geen pijn en verdwijnen meestal vanzelf weer, uitgezonderd ooievaarsbeten op het stuitje en in de nek deze zijn vaak blijvend. Het beste kun je helemaal niets aan de ooievaarsbeten doen.
Een ooievaarsbeet zijn kleine haarvaatjes die zichtbaar zijn aan het oppervlak van de huid. De vlekjes komen vaak voor op de oogleden, bij de neus en tussen de wenkbrauwen op het voorhoofd. Meestal worden de vlekjes in het gezicht al na een korte tijd lichter. Bij de meeste baby’s verdwijnen de vlekjes binnen een jaar nadat ze vaak eerst nog wat zijn gegroeid. Een ooievaarsbeet is geen wijnvlek, deze is wel blijvend. Als een baby emotionele kracht zet bij bijvoorbeeld boos worden of huilen zie je de ooievaarsbeet vaak weer verschijnen. Het is mogelijk dat de ooievaarsbeet zich op bejaardenleeftijd nog laat zien als iemand zich opwindt. In sommige gevallen doet een ooievaarsbeet er wat langer over om te verbleken maar tegen dat een kind vijf jaar wordt zijn de niet blijvende ooievaarsbeten verdwenen. Je kunt een ooievaarsbeet niet voorkomen, er is ook nog geen afdoende behandeling gevonden om ze helemaal te laten verdwijnen.