In de meeste gevallen nemen we koorts op als iemand erg warm aanvoelt. Toch kan ook ondertemperatuur een symptoom zijn van een aandoening. Gemiddeld heeft een mens een temperatuur tussen 36,5 en 37,5 graden. Invloed op de lichaamstemperatuur hebben de omgevingstemperatuur, inspanning, stress en dergelijke. Veel kinderen hebben in de avond lichte verhoging, dit is maar zelden zorgwekkend. Een kind dat rillerig wegkruipt en koel aanvoelt terwijl dat normaal niet zou kunnen kan ondertemperatuur hebben. Let op dat het rillen zelf de temperatuur nog meer kan verlagen omdat het kind dan energie verbruikt. Ondertemperatuur kan ook voorkomen door bijvoorbeeld zwemmen en vervolgens bij een dalende temperatuur of veel wind in het natte zwempak blijven rondlopen.
Is ondertemperatuur het gevolg van een aandoening dan is het kind ook ziek. Kinderen hebben vaak een lichte verhoging maar zijn ook eerder onderkoeld dan volwassenen. Bij kinderen spreekt men van een ondertemperatuur als het kind zes en dertig graden heeft. Bij volwassenen is dit vijf en dertig graden. Oogt het kind niet ziek maar heeft het bijvoorbeeld blauwe lipjes en staat het te rillen zorg dan voor warm drinken en kleed het kind warm aan of draai het in een deken. Controleer opnieuw de temperatuur na een half uurtje. Oogt het kind ziek, geeft het weinig reactie en heeft het een ondertemperatuur in een aangename omgevingstemperatuur neem dan contact op met de huisarts. Doe dit ook als de ondertemperatuur zonder aanwijsbare reden aanhoudt. Bij zuigelingen moet altijd een arts gealarmeerd worden bij ondertemperatuur.