De onzindelijkheid van het kind stelt bij veel ouders het geduld op de proef. Men verwacht vaak dat als men met de zindelijkheidstraining begint, het zo “gepiept” zal zijn. Zo werkt het echter niet bij het kind. Veel ouders willen de onzindelijkheid te jong aanpakken. Dit kan als oorzaak hebben dat de luiers een wel heel grote onkostenpot gaan vormen of dat kinderen van dezelfde leeftijd soms wel al zindelijk zijn. Ook beginnen de luiers en het kind onaangenaam te ruiken als kinderen met de pot meeeten. Met de zindelijkheidstraining kun je toch écht pas beginnen als het kind aangeeft hieraan toe te zijn. Door dwang toe te passen bereik je alleen maar dat het kind nog langer onzindelijk zal zijn. De onzindelijkheid duurt ‘s nachts meestal langer dan overdag.
Nadat een kind zindelijk is geweest kan onzindelijkheid weer terugkomen. Bekende oorzaken zijn een nieuwe baby in huis, scheiding van de ouders en dergelijke. Ook kan het kind opeens besluiten er geen zin meer in te hebben. Geen zin meer om op het potje of de wc te gaan komt vaak voor bij peuters in de peuterpubertijd. Bij kleuters is de oorzaak van hun plotselinge onzindelijkheid vaak emotioneel. Het is belangrijk om te achterhalen waarom het kind opeens weer in de broek doet. Tot ongeveer zeven jaar kan een kind geheel of gedeeltelijk onzindelijk zijn. Als een kind aangeeft geen drang te voelen maak dan een afspraak met de huisarts, het kind kan bijvoorbeeld een slecht werkende sluitspier hebben.