Als het goed is wordt het kind thuis beschermd opgevoed en komt het geen woorden tegen die niet deugen voor het naar school gaat. Voorkomen kun je dit niet altijd omdat kinderen een radar lijken te hebben voor grovere woorden. In hun onderbewustzijn schijnen ze te weten dat een woord niet goed is en gaan ze even uitproberen hoe hun directe omgeving op het nieuwverworven woord reageert. Grovere woorden kunnen ze opvangen van ouders of andere familieleden waaronder ook oudere broertjes en zusjes maar ook op alle plaatsen waar je het kind mee naar toe neemt, zoals de winkel, markt, garage. Zodra een kind het schoolplein betreedt heb je de woordenschat niet meer in de hand en zal het kind regelmatig met grovere woorden thuiskomen.
Grovere woorden kunnen zich uiten in scheldpartijen waarbij ook geslachtsdelen soms niet ontzien worden. Het kind kan op een supervriendelijke toon zeggen dat je een grote stomme dikkop of stomme trut bent. Het is belangrijk om het kind uit te leggen dat deze woordjes niet lief zijn en dat je ze niet uit zijn of haar mondje wil horen. De houding en toon verraden of een kleuter zich bewust is van het feit dat het grovere woorden gebruikt. Zoek in dat geval een passende straf, ga zeker niet lachen, een glimlachje en het kind denkt dat het leuk is. Grovere woorden moet je zo snel mogelijk indammen, het kind kan in elke situatie, op elk moment een tirade afsteken als iets niet zint.