Rond de zeven maanden mag je kindje grovere voeding proberen. Het kind zal in de eerste instantie vreemd kijken als het stukjes in het mondje voelt en moet leren om deze stukjes weg te slikken. De kauwbeweging die het kind maakt is een soort automatisme, mede ontstaan door het tandjes krijgen. Zorg ervoor dat de stukjes in de voeding nog van zachte materialen zijn zodat het kindje zich niet kan verslikken, maak de stukjes niet te groot. Het beste kun je beginnen met wat grover fruit en een stukje boterham zonder korstjes. Laat het kind de broodstukjes zelf pakken en happen, dat stimuleert de wil om vaste voeding te eten. Gaat het eten van grovere voeding goed dan kun je het kind ook de warme maaltijd in grovere structuur geven.
Let op bij het te snel mee eten aan tafel van het kind. Een kind mag niet teveel zout of te scherpe kruiden. Dat betekend niet dat je niet zelf de grovere voeding voor je kindje kunt maken. Het kind mag in principe alles eten zolang het niet in te grote stukken wordt gegeven. Zorg ook dat het warme eten niet te droog is, vooral door de grovere structuur van de voeding kan het kind de voeding dan niet verwerken. Een klein scheutje melk maakt de voeding smeuïger. Maak de voeding steeds een beetje grover als het kind aan een structuur gewend is. Als het kind een jaar oud is kan het gewoon eten wat de pot schaft.