Met de term voedselvergiftiging wordt in de meeste gevallen een toestand van ziekte aangeduid die wordt veroorzaakt door het nuttigen van voedsel, waarin zich een ziekmakende (of zelfs een giftige) stof bevindt. Het consumeren van bewust door andere personen vergiftigd voedsel of het nuttigen van bekend giftige producten wordt niet tot voedselvergiftiging in deze zin beschouwd.
Bij een bacteriële voedselvergiftiging worden de symptomen niet door de bacterie zelf veroorzaakt maar door de bacteriën aangemaakte gifstoffen (toxines). Deze stoffen kunnen nog in het voedsel aanwezig zijn, ook al zijn de bacteriën zelf bijvoorbeeld door een kookproces allemaal gedood. Wanneer de symptomen door de bacteriën zelf veroorzaakt worden dan is er sprake van een voedselinfectie. Voorbeelden van bacteriële voedselvergiftiging zijn ondermeer: overgeven door giftige stoffen die aangemaakt zijn door staphylococcus aureus. Met name gemaakt door bacteriën als salmonella en escherichia coli veroorzaken dergelijke infecties.
Botulisme daarentegen wordt door een eiwit veroorzaakt dat door de clostridium botulinum bacterie wordt geproduceerd. Heeft men last van diarree tijdens een voedselinfectie dan zijn de toxines die gemaakt worden door bacillus cereus vaak de oorzaak. Meestal staat een bacteriële voedselvergiftiging los van eventueel bederf omdat het product er nog gewoon uitziet en ruikt. Overige typen voedselvergiftiging worden door natuurlijke toxines veroorzaakt welke in het voedsel zijn gekomen vanuit algen, schimmels of planten. De behandeling hangt volledig van de oorzaak af. Altijd is het zaak een huisarts te informeren of, zeker bij het optreden van verschijnselen als verlamming of een bloederige diarree, meteen de Eerste Hulp te bezoeken.