Met de medische term angina pectoris wordt een drukkend of zwaar gevoel en/of pijn midden op de borst bedoeld welke ontstaat zodra de hartspier niet genoeg bloed krijgt toegevoerd om het hart te laten werken. Vaak wordt dit door één of meerdere vernauwingen van de kransslagaders veroorzaakt, meestal samen met fysieke inspanning of een heftige emotie waardoor het hart krachtiger moet gaan kloppen en daardoor dus meer zuurstof nodig zal hebben. Bij een afnemende behoefte aan zuurstof van het hart zal de angina pectoris dan weer verdwijnen.
De pijn welke door een plotseling optredende vernauwing of verstopping van een kransslagader door een bloedstolsel (embolie of trombus) ontstaat, is qua karakter gelijk aan die van angina pectoris, maar vaak heviger en houdt langere tijd aan. Bij een totale afsluiting van een bloedvat treedt een hartinfarct.
Angina pectoris kan bestreden worden door de bloedvaten met behulp van bepaalde medicijnen te verwijden (na toedienen van nitroglycerine zal de kenmerkende pijn verdwijnen) maar eveneens door het terugbrengen van de inspanning kan dit worden bereikt. Verder kan het verlagen van de bloeddruk ertoe leiden dat het hart minder hard hoeft te werken en zal dit dus een anti-angineus effect hebben.
Men vergroot de kans op het ontwikkelen van angina pectoris wanneer men rookt, overgewicht heeft of een te hoge bloeddruk heeft. Maar ook bij diabetes, een te hoog cholesterolgehalte en bij personen bij wie in de familie op jonge leeftijd hart- en vaatziekten voorkomt is het risico op het krijgen van angina pectoris aanmerkelijk groter.