Mensen met een luchtwegaandoening ondervinden altijd hinder. Ze zijn kortademig, snel moe en zijn tot sommige gingen die niet in staat. Een luchtwegaandoening beïnvloed daarom altijd je leven. Afhankelijk van de ernst van de aandoening kan het zowel je sociale leven beïnvloeden als je werkzaamheden en je levensstijl. Mensen met een luchtwegaandoening moeten zich altijd schikken naar de lichamelijke omstandigheden. Vooral voor kinderen kan het heel moeilijk zijn om “anders” te zijn dan anderen. Ze voelen zich vaak buiten de groep vallen omdat ze niet alles kunnen of mogen. Vooral voor leerkrachten ligt hier een taak. Een begrijpende les over de luchtwegaandoening of tussendoor een aangepast programma kunnen al helpen. Betrek het kind bij de les of het programma zodat het zich even speciaal voelt in plaats van het negatief klinkende anders.
Mensen met een luchtwegaandoening hebben vaak bijverschijnselen. Deze bijverschijnselen maken de luchtwegaandoening nog zwaarder te dragen. Het aantal medicijnen dat men moet gebruiken wordt door de behandeling van de bijverschijnselen verhoogd. Ook de medicijnen zelf kunnen voor bijverschijnselen zorgen. Toch kan men vaak iets doen om de omstandigheden beter te maken. Men kan de leefomgeving aanpassen tegen allergieën, ook bestaan er effectieve vaccinaties tegen sommige allergieën. Er bestaan mogelijkheden om patiënten een betere nachtrust te geven waardoor ze overdag niet zo moe zijn. Men kan door aangepaste oefeningen het uithoudingsvermogen wat vergroten. Er zijn verschillende diëten die de energie verhogen en de stofwisseling bevorderen. En uiteraard kan men geholpen worden om te stoppen met roken en alcohol.