Lactose is een suiker die voorkomt in moedermelk maar ook in de melk van zoogdieren zoals de koe. We krijgen dus al van baby af lactose via onze voeding. Lactose wordt omdat het in melk voorkomt ook wel melksuiker genoemd. De hoeveelheid lactose in moedermelk is hoger dan in koemelk. Baby’s raken dus bij voeding gewend aan een tamelijk zoete smaak. Sommige mensen zijn lactose intolerant, dit betekend dat geen grote hoeveelheden koemelk achter elkaar kunnen gebruiken. De oorzaak van lactose intolerantie is een tekort aan lactase. Baby’s kunnen deze aandoening niet krijgen, wel kunnen zij een koemelkallergie ontwikkelen zelfs als zij borstvoeding krijgen. Sporen van de zuivelproducten die moeder gebruikt kunnen in de borstvoeding terechtkomen.
Normaal gesproken wordt lactose in de spijsvertering afgebroken door lactase. Lactase is een enzym dat mensen met lactose intolerantie niet voldoende bezitten. Iemand met lactose intolerantie die toch teveel producten met lactose eet of drinkt zal zich kort daarna niet lekker voelen, men kan onder andere misselijk worden van teveel zuivel. Omdat baby’s geboren worden met een voldoende dosis aan het enzym lactase kan het drinken van moedermelk geen kwaad ook al zit daar veel lactose in. Lactose is belangrijk voor het glucosegehalte. Doordat lactose wordt afgebroken door het enzym lactase kan het in de bloedbaan opgenomen worden. Mensen met lactase tekort kunnen dit enzym ook voor het eten of drinken van lactose producten innemen. Tegen dat de voorraad lactase enzymen op is bij de baby is deze al aan de vaste voeding.