Het eerste leugentje van een kind is vaak “heb ik niet gedaan”, het kind is nog een peuter en weet het verschil tussen een leugen en de waarheid nog niet. Het verteld vaak verhalen waar jij op ingaat of met meegaat, dus waarom zou dit dan fout zijn? Er is echter een verschil tussen fantasie en liegen en het is jouw taak het kind dit verschil te leren. Bij een kind dat liegt moet je de juiste middenweg zien te vinden zodat het kind minder zal liegen. Nooit liegen gaat niet lukken, net als volwassenen liegt een kind soms. Een kind dat gestraft wordt na een leugen blijft liegen omdat het niet uitmaakt waar het de straf voor krijgt, terwijl er een kans is dat het met de leugen wegkomt.
Het beste begin is het kind vertellen dat je niet boos wordt als het de waarheid spreekt, houd wel woord anders verlies je het vertrouwen. Vertel op een rustige toon dat je niet wilt dat dit nog ooit gebeurt. Vermoed je een ongelukje vraag dat dan aan het kind, zeg bij bevestiging dat ongelukjes kunnen gebeuren en dat het kind daar niet om hoeft te liegen. Als de kinderen ouder worden is meestal een andere oplossing nodig, je kunt ze de keuze geven zoals nu de waarheid en een uitbrander of een flinke straf als ik erachter kom. Gaat je kind opeens enorm liegen dan is daar een reden voor, probeer te ontdekken wat er aan de hand is.