Levensverwachting kan de tijd zijn dat je verwacht dat iemand in leven zal zijn. Bij een baby verwacht je een lange levensachting, liefst in volle gezondheid en succes. Mensen die ernstig ziek zijn krijgen van de arts te horen wat de vermoedelijke levensverwachting zal zijn, ook een arts kan dit nooit met zekerheid zeggen. De arts verwacht dat men nog slechts een bepaalde tijd van leven heeft. De levensverwachting is een schatting die hij je geeft zodat je nog weet hoeveel tijd je ongeveer hebt om afscheid te nemen, dingen te regelen of af te maken die je graag wil afmaken.
Een levensverwachting hebben ouders ook van hun kinderen. Vaak begint dit al als de moeder in verwachting is. De levensverwachting heeft niets met afscheid of dood te maken maar alles met leven. De levensverwachting omvat de toekomst van het kind, wat kan of zal gebeuren in het leven. De lat wordt voor het kind vaak hoog gelegd. Men verwacht dat het leven alleen maar goeds zal brengen, dat het kind goed zal kunnen leren en een grote carrière zal opbouwen. Bijna iedereen heeft de levensverwachting dat het kind het beter zal hebben dan de ouders. De levensverwachting van ouders is gebaseerd op hoop en verlangen. Het kind weet van niets, het heeft nog geen levensverwachting. Als het ouder wordt krijgt het een eigen levensverwachting. Ben niet teleurgesteld als van de levensverwachting niets uit blijkt te komen. Het kind leeft zijn of haar eigen leven, niet dat van jou.