Als je wordt geboren is het kuitbeen aan de uiteinden zacht. Het kuitbeen lijkt een beetje op kraakbeen. Vanaf de tweejarige leeftijd begint het kuitbeen vanaf de uiteinden te verharden. Het begin van de verharding van het kuitbeen is aan de onderkant. Na vier jaar begint de uitharding aan het bovenste uiteinde, de verharding gaat langzaam richting het midden jaren door tot het hele kuitbeen is verhardt. Bij meisjes gaat de verharding sneller dan bij jongens. Meisjes hebben rond hun zestienjarige leeftijd een volledig verhard kuitbeen, jongens pas rond hun negentiende levensjaar.
Het kuitbeen zit aan de buitenzijde van het scheenbeen in je onderbeen en is dunner dan het scheenbeen. Het kuitbeen is net zolang als het scheenbeen maar lijkt kleiner omdat het een centimeter lager valt fan het scheenbeen. Bij de enkel komen het kuitbeen en het scheenbeen samen, daar vallen zij over het sprongbeen heen. De drie beenderen samen vormen het enkelgewricht. Het kuitbeen en het scheenbeen zijn bij de enkel duidelijk voelbaar en zichtbaar. De buitenste knobbel is het kuitbeen, de binnenste knobbel van de enkel het scheenbeen. Het kuitbeen wordt bovenaan via de kniebanden verbonden aan de knie. Het kuitbeen maakt geen deel uit van het kniegewricht. Door de verbinding aan de kniebanden verliest het kuitbeen de stabiliteit als de banden scheuren. Dit is de reden dat men moeizaam of niet kan staan op het been. Het kuitbeen hangt als het ware los in het enkelgewricht. Het kniegewricht bevindt zich tussen het scheen- en dijbeen.