Treuzelen is een “probleem” waar veel ouders tegenaan lopen. Het kind is niet vooruit te branden, het bordje wil maar niet leeg, het speelgoed raakt maar niet in de speelgoedkist en dat terwijl jij weg wilt of haast hebt. En precies dáár ligt het knelpunt, jij wilt of moet weg. Treuzelen is vaak een verschil in snelheid en prioriteiten. Het kind heeft geen haast en ziet geen reden om op te schieten. Treuzelen groeit er langzaam in op momenten dat je wel tijd hebt. Kinderen moeten alles leren en hebben daar tijd voor nodig. Op het moment dat een kind iets geleerd heeft gaan we over naar het volgende waardoor het kind een eigen ritme aanleert. Het kind moet na het feitelijk leren ook een ritme aanleren.
Het ritme leer je vanaf het begin. Als je kind heeft geleerd om het eigen speelgoed op te ruimen dan laat je het daar geen uur over doen. Je spoort het aan “kom op luilakje, dat kan sneller”. Met aankleden kun je een wedstrijdje houden met het kind. Leg jouw kleren en de kleren van het kind klaar en daag het kind uit. Wie heeft het eerst de broek aan, vervolgens de trui enzovoorts. Laat het kind tussendoor ook eens winnen. Net als een volwassene iets nieuws een paar keer gedaan moet hebben voor het vlot en vlekkeloos gaat, moet een kind dat ook. Je bord leeg eten lijkt een simpele onderneming maar voor een kind kan het een heel karwei zijn.