Als je aan het bevallen bent dan kan er een situatie ontstaan waardoor de verloskundige of gynaecoloog een beetje hulp nodig heeft om het kindje gezond ter wereld te laten komen. Een tangverlossing is in de meeste gevallen de dichtst bij de hand liggende oplossing. Een reden voor een tangverlossing kan een verkeerde positie van het hoofdje van de baby zijn of uitputting van moeder en/ of kind. Een tangverlossing klinkt enger dan het is, de “tang” bestaat uit twee gebogen lepels met een opening in het midden die precies om het hoofdje van de baby past. Een tangverlossing wordt pas toegepast als men zeker is dat het kindje door het geboortekanaal kan en ver genoeg is ingedaald.
Voor de tangverlossing wordt je meestal eerst plaatselijk verdoofd omdat je wordt ingeknipt en omdat het inbrengen van de lepels zonder verdoving nogal pijnlijk kan zijn. Als de verdoving is ingewerkt knipt de arts of verloskundige eerst de vagina in, daarna worden de lepels een voor een ingebracht. Tegelijk met de weeën trekt de arts of verloskundige aan de verlostang. Als je al persweeën hebt mag je gewoon meepersen om de geboorte te bevorderen. Zodra het hoofdje is geboren wordt de verlostang weer weggehaald, zodat je de rest van de geboorte gewoon zelf kunt doen. Buiten wat bloeduitstortingen en soms een beetje misselijkheid houdt de baby niets over aan de tangverlossing. De bloeduitstortingen die op de plaats zitten waar de tang om het hoofdje zat en de misselijkheid verdwijnen met rust.