Baby’s die vanaf week zeven en dertig worden geboren worden niet gezien als te vroeg geboren baby’s. De longetjes van de baby zijn rijp genoeg en de kans is groot dat je een normaal, voldragen en gezond babytje ter wereld brengt. Te vroeg geboren zijn baby’s voor deze tijd. Als je voor de zeven en dertigste week weeën krijgt mag je niet thuis bevallen omdat er problemen kunnen zijn. De lever van de baby is nog niet voldoende ontwikkeld, ook kan het kindje een glucosetekort ontwikkelen en bovendien hebben te vroeg geboren baby’s vaak problemen om de temperatuur vast te houden. De baby kan een infuus of sonde nodig hebben voor antibiotica en/of voeding, het kan extra zuurstof nodig hebben of aangesloten moeten worden op een monitor. Bij de baby worden regelmatig bloedcontroles gedaan.
Voor zowel de baby als de ouders kan men hier spreken over een moeilijke start. De baby wordt meestal naar de speciale babyafdeling gebracht waar het kindje vaak in de couveuse aan de slangetjes ligt. Vroeger mocht een kindje niet uit de couveuse, nu wordt dit juist zodra het mogelijk is aangemoedigd voor de hechting tussen de ouders en het kind. Belangrijk is wel dat het kindje tijdens dit contact warm blijft. Voor een optimale binding wordt het kindje regelmatig op de blote huid van de ouders gelegd en afgedekt met een dekentje. Als het kindje op gewicht is en de temperatuur vast kan houden mag het meestal snel mee naar huis.