Het oog kun je wat traanvocht betreft het beste vergelijken met een rioleringsysteem. We hebben een hoofdtraanklier waarop verschillende traankliertjes zijn aangesloten. Door deze klieren wordt het traanvocht aangemaakt. Het traanvocht wordt door kleine kanaaltjes naar het bindvlies en hoornvlies van het oog gebracht. De traanpuntjes zijn het afvoersysteem, we hebben zowel in het boven- als onder ooglid zo’n afvoerpunt. Als we met onze ogen knipperen wordt het traanvocht naar de openingen geduwd. Deze openingen zitten in de ooghoeken naast de neus, onder de openingen zit een traanzak die het traanvocht opvangt, waarvandaan het via de traanbuizen naar buiten loopt.
Het traanvocht wordt vermengt met een afscheiding uit de klieren waardoor een traanfilm ontstaat. Het traanvocht houdt het oog soepel en voorziet de hoornlaag van zuurstof. In de traanfilm zitten stoffen die bacteriën kunnen vernietigen. Het traanvocht zorgt er tevens voor dat vuil en dode cellen uit het oog vervoerd worden. Traanvocht heeft dus een verzorgende, beschermende en een reinigende functie, het traanvocht is daarmee een belangrijke substantie voor de conditie van ons oog en ons zicht. Als het hoornvlies of bindvlies worden geïrriteerd ontstaan er extra tranen, dit zie je vaak bij allergie. Traanvocht kan ook in een reflex geproduceerd worden zoals bij emoties. Huilen is dus eigenlijk niet meer dan een emotionele reflex van het oog dat traanvocht als gevolg heeft. De bijbehorende loopneus wordt veroorzaakt door de traanbuisjes die de waterzak met de neus verbinden. Door het extra traanvocht loopt de waterzak letterlijk en figuurlijk over.