Een toeval wordt ook wel epilepsie of vallende ziekte genoemd. Een toeval ontstaat door een storing in de hersenen. Een toeval is vaak herkenbaar aan een minder- of geen bewustzijn, schokken van de ledematen, soms schuimbekken, draaien met de ogen en dergelijke. Iemand die al vaker een toeval heeft gehad voelt deze aankomen, spiertrekkingen zijn meestal de eerste symptomen, ook kan men een veranderd gehoor of zicht krijgen en soms hartkloppingen. Als iemand bij komt uit een toeval dan kan men zich niets van het gebeurde herinneren. Vaak is een toeval enger voor de omstanders dan de getroffene.
Een toeval kan in verschillende vormen voorkomen. Kinderen krijgen meestal een petit mal, ofwel kleine toeval. Het kind kan hierbij het bewustzijn verliezen, men ziet trekkingen in het gezicht en de vingerspieren. Bij een grand mal, ofwel grote toeval verliest men het bewustzijn en de controle over bijna alle spieren. De patiënt kan gaan schuimbekken en zelfs in zijn of haar broek doen. Een grote toeval eindigt vaak met een slapende patiënt. Bij een complexe partiële toeval kan de patiënt gewelddadig worden, met rust laten is het enige advies. Toevallen kunnen genetisch bepaald zijn maar ook het gevolg van hersenbeschadigingen. Tijdens een toeval kun je als bijstaander maar weinig doen. Zorg dat iemand met een toeval zichzelf niet kan bezeren en wacht tot de aanval voorbij is. Een toeval duurt meestal niet langer dan hooguit een paar minuten. Komt iemand niet uit de toeval bel dan zo snel mogelijk een ambulance.