Presbyopie, ouderdomsverziendheid of kortweg oudziendheid, is een afwijking aan de ogen welke tot gevolg heeft dat men dichtbij slechter kan gaan zien. Een normaal oog staat in rust op oneindig ingesteld; om op minder dan 6 meter (deze afstand wordt als optisch oneindig beschouwd) afstand scherp te zien moet het oog dan zich aanpassen (accommoderen). Naarmate de leeftijd vordert van een mens vermindert dit vermogen door een afname van de elasticiteit van de ooglens.
Kinderen kunnen bijvoorbeeld met hun neus bijna op een tekst toch nog goed lezen. Met het toenemen van de leeftijd moet men een tekst alsmaar verder weg houden, om het nog scherp te kunnen zien. In de praktijk merkt men daar pas iets van na het veertigste jaar. Vanaf dat moment wordt de afstand immers meer dan de normale leesafstand van 30 centimeter. Vaak is vanaf de leeftijd van ongeveer 45 jaar een bril met positieve glazen nodig als correctie: een zogenaamde leesbril.
Eerst kan men nog met een relatief zwakke bril volstaan maar naverloop van tijd is er een steeds sterkere lens nodig. Dit is overigens van persoon tot persoon verschillend. Voor mensen die reeds een bril dragen, komt zo’n positieve correctie bovenop de correctie welke reeds noodzakelijk is voor het vertezicht.
Presbyopie mag men niet verwarren met verziendheid of hypermetropie. Een verziend oog moet accommoderen om op afstand scherp te kunnen zien. Zodra dit voortdurend accommoderen niet meer vol kan worden gehouden, of dit klachten veroorzaakt dan is er dus een (positieve) correctie nodig.