Blindheid is een term die doorgaans voor de visuele handicap wordt gebruikt welke een persoon weerhoudt van lichamelijke waarnemingen met behulp van het oog, de oogzenuw of van de perceptie van beeldsignalen in de hersenen. Ee4n dergelijke functiebeperking kan zo goed als mogelijk worden gecompenseerd door bijvo0orbeeld gebruik te maken van een aantal hulpmiddelen zoals geleidestok, (blindenstok), (blinden)geleidehond, het brailleschrift, een sprekend horloge, voorzieningen in een PC waarmee een stuk tekst kan voor kan worden gelezen en een audioboek. Kan men enkel gedurende de nacht of in donkere ruimtes niet, of slecht, kan zien dan is er sprake van nachtblindheid.
Mensen die te maken hebben met een visuele handicap hebben een beperkte gezichtsscherpte of een beperkt gezichtsveld. Binnen de categorie blind zijn een aantal subcategorieën waar te nemen: slechtziend, erg slechtziend, maatschappelijk blind, blind en totaal blind. Absoluut of totaal blinden hebben geen lichtgevoeligheid. Sommige blinden kunnen echter nog wel licht en donker onderscheiden. Verder bestaan er blinden met een kleine gezichtsrest maar eveneens overwegend niet-visueel oriënterend.
Binnen de groep slechtzienden kan men erg slechtzienden (welke zich visueel oriënteren maar in de regel op braille aan zijn gewezen) en slechtzienden (welke zich visueel oriënteren en visueel schrift kunnen lezen) onderscheiden. Van land tot land worden er verschillende normen en omschrijvingen op dit gebied gehanteerd om grenzen aan te kunnen duiden.
Men kan al vanaf de geboorte blind zijn of door een ziekte of een ongeval blind zijn geworden. De oorzaak van blindheid is dan ook niet in alle gevallen hetzelfde.