Het oog is een orgaan waarmee men waar kan nemen en wordt dan ook wel een zintuig genoemd. Zodra een oog geprikkeld wordt door licht zal het daarover informatie naar de hersenen sturen. Een heleboel soorten dieren bezitten ogen deze kunnen echter variëren van losse lichtgevoelige cellen tot kuiltjes met lichtgevoelige cellen (waarmee niet of nauwelijks een beeld gevormd kan worden) tot een orgaan met een lens (zoals gewervelde dieren en inktvissen) en facetogen zoals die voorkomen bij insecten.
In tegenstelling tot bij andere primaten kan de iris van het menselijk oog verschillende kleuren hebben: bruin, blauw, grijs of groen en is bij de mens eveneens het oogwit (harde oogrok) te zien. Van ogen wordt eveneens gezegd dat deze een spiegel van de ziel zijn. Emoties op het gezicht zouden het meest eenvoudig af zijn te lezen van de wenkbrauwen en de spieren welke rondom het oog zijn gelegen. De snelheid van knipperen met de oogleden zou ook informatie kunnen geven over de emotionele gesteldheid van een persoon.
Het kunnen zien wordt ook wel het gezicht of het gezichtsvermogen genoemd. De taak hiervan is het zich kunnen oriënteren in een belichte omgeving doordat objecten licht reflecteren op verschillende niveaus van helderheid, in diverse patronen en in diverse kleuren. De informatie uit het oog wordt gecombineerd met de informatie van de proprioceptie, de tastzin en het evenwichtsorgaan om op die manier een volledig beeld van een plaats in de omvattende objectenomgeving te bepalen. Zonder aanwezigheid van ogen is het gezicht onmogelijk.