Wintervoeten, wintertenen of winterhanden worden ook wel perniosis genoemd, bestaat uit pijnlijke, blauwrode, erg jeukende opgezwollen handen, voeten, tenen en/of vingers. Deze aandoening komt vooral voor gedurende de koude maanden van een jaar en wordt door de inwerking van koude op de gebrekkig dooraderde (gevasculariseerde) huid veroorzaakt.
Koude vormt de meest belangrijke factor voor het ontstaan van winterhanden, -voeten, vingers en -tenen. Deze kou zorgt ervoor dat de slagaders en aders in de huid samen gaan trekken en voor de verwijding van de haarbloedvaatjes in de huid; bij de verwarming van de ledenmaten zal juist weer het omgekeerde optreden. Een dergelijk regelmechanisme zorgt voor een slechtere doorbloeding van de voeten en handen onder koude omstandigheden. Daardoor zullen de vitale organen van het lichaam immers warm blijven. Bij mensen met winterhanden of -voeten werkt het mechanisme niet adequaat genoeg. De bloedvaten reageren te langzaam op veranderingen van de temperatuur (vooral gedurende de verwarming). Daardoor zal er stuwing in de het netwerk van haarvaatjes ontstaan wat tot lokale roodheid, zwelling, jeuk en een branderig gevoel van handen en/of voeten zal leiden.
Factoren welke een negatieve invloed op de doorbloeding van de handen en de voeten hebben en die het ontstaan van winterhanden en -voeten bevorderen zijn: het dragen van niet genoeg warme kleding en gedurende een lange tijd de handen en voeten blootstellen aan koude. Verder kan de aandoening eveneens veroorzaakt worden door een onderliggende vaataandoening. Enkele voorbeelden daarvan zijn: de ziekte van Raynand, collageenziekten, atherosclerose, een veranderde bloedviscositeit en lupus erythermatodes.