Een nagel is de harde beschermlaag welke zowel mensen als dieren hebben op de bovenzijde van een teen of een vingertop maar nagels kunnen ook op een klauw of de buitenkant van een hoef voorkomen. De taak van de nagels is dat deze de zenuwuiteinden welke in de toppen van de vingers zitten zullen beschermen. Daardoor zal er dan geen vorming van eelt plaats kunnen vinden op de vingertoppen. Door de aanwezigheid van de nagels behoudt een mens of een dier dus het gevoel in de vingertoppen.
De mens heeft, in de loop van de evolutie, de nagels weten te benutten voor ondermeer de bewerking van kleine objecten, voor het krabben, het pulken en peuteren. In het verleden konden de mens op deze wijze eveneens eetbare wortels, knollen en bollen uit de grond worden gekrabd met behulp van de vingernagels.
De nagels van een mens groeien elke dag circa 0,1 millimeter, hoewel dit bij bij mannen een beetje sneller gaat dan bij vrouwen. Om een nagel helemaal opnieuw aan te laten groeien is zo’n 6 tot 8 maanden tijd nodig; voor teennagels kan deze tijd zelfs oplopen tot wel anderhalf jaar. De huidrand dat op de nagel aansluit noemt men de nagelriem. Het voorste witte deel van de nagel wordt het balba genoemd, een term welke af is geleid van het Latijnse Alba dat als wit vertaald kan worden. Een heleboel vrouwen laten hun vingernagels wat langer groeien om er zo meer aantrekkelijk of meer vrouwelijk uit te kunnen zien.