Zodra men besluit om (weer) aan sport te gaan doen kan men als een kip zonder kop gaan trainen en maar zien waar uiteindelijk het schip zal stranden. Dit is echter onverstandig en zeker niet aan te bevelen, beter kan men eerst een trainingprogramma op (laten) stellen voordat men daardwerkelijk aan de slag gaat.
Bij het maken van een trainingsprogramma moet gelet worden op een aantal; aspecten zoals bijvoorbeeld of men te maken heeft met een beginnende sporter of dat het een gevorderde of zelfs een vergevorderde beoefenaar van sport betreft. Voor elk van deze groepen kan namelijk een geheel verschillend programma op worden gesteld. Bij een beginner zal men bijvoorbeeld nog veel nadruk moeten leggen op de opbouw van kracht en conditie terwijl een gevorderde eerder een training zal gebruiken om de techniek en de tactiek beter onder de knie te kunnen krijgen.
Voor wie het trainingsprogramma echter ook bedoeld is, het is in alle gevallen van belang dat men niet te veel hooi op de vork zal nemen en zo de kans op blessures zal vergroten. Het programma dient binnen een training een goed evenwicht te handhaven tussen het uitvoeren van activiteit en het laten rusten van de spieren van het lichaam zodat dezde kunnen herstellen van de training en eventueel in massa toe kunnen nemen.
In een trainingprogramma dient ook rekening gehouden te worden met het doel van de oefeningen die men gaat doen. Er dient op een andere wijze getraind te worden voor het verlies van gewicht dan wanneer men de kracht van bepaalde spieren toe wil laten nemen of de algehele conditie van het lichaam wil verbeteren of herstellen.
Bij het opstellen van een trainingsprogramma kan men beter geen doelen voor ogen houden die niet of nauwelijks haalbaar zijn. Dit voorkomt teleurstellingen, blessures en demotivatie.