Bij een bewegingsbeperking aan de schouder is het mogelijk dat men kan denken aan een ‘frozen shoulder’, dit betekend in de Nederlandse taal ‘bevroren schouder’. Men kan last krijgen van beperkingen in de bewegelijkheid van de schouder. Zoals het minder ver op de rug kunnen grijpen met de hand, of moeite krijgen met de arm(en) boven het hoofd te tillen.
Wanneer men een ‘frozen shoulder’ ontwikkeld verloopt dit meestal in drie fasen. De eerste fase duurt ongeveer twee tot negen maanden en begint vooral met pijnen in de schouder, maar ook met de achteruitgang van de bewegelijkheid. Na de eerste fase volgt respectievelijk de volgende en tweede fase en hier wordt de pijn minder en kan men de schouder bewegen met minder pijn. Deze fase kan zowel 4 maanden duren als een jaar. Als laatst blijft de derde fase over en daar zorgt het lichaam voor herstel. Hierbij verdwijnt de pijn en keert de bewegelijkheid terug. Dit kan voorkomen in een tijdsbestek van een jaar, maar kan ook wel bijna vier jaar duren. Wanneer het lichaam zich niet volledig repareert kan men altijd geopereerd worden.
Men weet niet precies wat de oorzaak is, maar wat wel duidelijk is geworden, dat is de soort ontsteking die plaats heeft gevonden. De ontsteking aan het botkapsel kan ervoor zorgen dat de beweeglijkheid afneemt en dat men pijn krijgt. Naderhand als de ontsteking is verholpen kan men weer beginnen met herstellen. Dit duurt wel erg lang, want kraakbeen geneest langzamer dan andere soorten weefsels.