Botten zij ook organen van het menselijk lichaam en daarbij, erg genoeg, ook in staat om ziekten te kunnen krijgen. Hierbij is de ziekte waarmee men liever niks te maken heeft helaas ook van toepassing. Botkanker, ofwel osteosarcoma, of osteocarcinoom.
De naamgeving zegt al genoeg, want osteo staat voor bot. Hierbij betekend carcinoma, een gezwel, en sarcoma, helaas, kwaadaardig (maligne). Osteosarcoma is daarom ook de meest gevaalijke en meest dodelijke vorm, zeker omdat het vaak in het beenmerg zit. Er is duidelijk eenverschil tussen gezwellen, goedaardig en kwaadaardig, goedaardige, ofwel benigne, gezwellen worden geen kanker genoemd.
Botkanker ontwikkeld zich net zoals iedere andere vorm van kanker in het menselijk lichaam. Botkanker komt dan ook willekeurig voor, maar meestal wel op de plekken waar het erg vatbaar is. Ook kan men een genetische afwijking hebben en hierdoor een vorm van kanker ontwikkelen. Botkanker hoort hier ook bij. Wanneer dit een genetische afwijking betreft is het meestal zo dat men als kind, of jong volwassene deze ziekte zal krijgen. Dit is dan het geval in de primaire vorm, want bij volwassene komt het meestal voor n de secundaire vorm.
De secundaire vorm bij volwassenen, of kinderen, betekent eigenlijk dat er op een andere plek in het lichaam een kankergezwel zit. Dit is gemetastaseerd en in andere delen in het lichaam terecht gekomen. De kankercel komt via de bloed, of lymfebaan terecht bij een ander orgaan, zoals het bot, en duwt zichzelf tussen de cellen van de vaten door en groeit hier verder.