Spieren en pezen zitten bijna overal in het lichaam en zorgen voor de bewegingen die plaats vinden in het menselijk lichaam in samenwerking met andere weefsels of substanties zoals het botweefsel of het bloed.
De spieren die zich bevinden in het menselijk lichaam zijn voornamelijk bekend als skeletspieren. De spieren die zorgen voor de grove bewegingen waarmee men zich in het leven beweegt, maar er zijn vele andere soorten spieren waarvan men vaak niet eens weet dat ze er zijn. Bijvoorbeeld de spieren die zich bevinden in de slagaders in het lichaam of de menselijke hartspier die toch ook erg belangrijk is om te kunnen leven.
Spieren bestaan uit cellen en werken nagenoeg allemaal hetzelfde. Zowel de hartspier als de gladde skeletspieren.
Spieren zijn aaneengesloten cellen die gezamenlijk een opdracht krijgen om te contraheren, ofwel dit weefsel trekt samen.
Door de enorm snelle stofwisseling in dit weefsel kan men ook snel bewegen en zeer nauwkeurig, want overal in het lichaam zitten kleine spieren waardoor er precisie mogelijk is.
Skeletspieren, die er vooral zijn om de grove bewegingen te maken, zijn altijd verbonden aan de botten. Dit is gedaan met een van de meest sterke, stugge en stevige constructies van het menselijke lichaam. Door middel van pezen. Pezen zijn vezels die zorgen voor de verbinding met het bot, want anders zou de spier zo wegschieten en is er geen beweging mogelijk. Pezen zitten daarom ook heel erg stevig aan de botten vast door middel van een vergroeiing met het sterke botvlies.