Wiegendood is een algemene benaming voor kindersterfte in de wieg. Het is echter geen oorzaak van overlijden, maar een term voor de gevallen waarbij de doodsoorzaak van een baby, zelfs na het uitvoeren van onderzoek, niet aan kan worden getoond.
Als er over wiegendood wordt gesproken dan doelt men vaak op het sudden infant death syndrome (SIDS). Beide begrippen zijn overigens niet hetzelfde. Het sudden infant death syndrome is vertaald: syndroom van het plotseling overlijden van een zuigeling. Over syndroom worden gesproken omdat het niet over een oorzaak gaat, maar om een duidelijk kenmerk. In het geval van een kenmerk van het overlijden, te weten het plotseling overlijden van een ogenschijnlijk gezonde baby in de leeftijd van drie weken tot één jaar.
De reden van het plotseling sterven van een dergelijke baby is per definitie onbekend. Maar wetenschappers vermoeden dat het een nog niet voldoende ontwikkelde functie van het ademhalingscentrum in de hersenen betreft. Als een baby dus niet genoeg ademt of even hiermee stopt, worden de hersenen door het zuurstoftekort (hypoxie) of het teveel aan koolstofdioxide in het bloed (hypercapnie) niet geactiveeerd. Wanneer deze hersenfunctie wel goed ontwikkeld zou zijn dan krijgt de baby een ademhalingsprikkel waardoor deze sneller of opnieuw gaat ademen. Vaak is de serotonine verstoord. Zodra een baby op de buik ligt dan krijgt deze geen prikkel meer tot omdraaien naar de rugligging en diep ademhalen en zal de baby dus stikken. Het is onwaarschijnlijk dat er een enkelvoudige oorzaak bestaat in alle gevallen van wiegendood.