Door de bewerkelijkheid van ossenstaartsoep wordt deze vaak klaar gemaakt op speciale dagen. Deze rundvleessoep is door zijn sterke vleessmaak niet bij iedereen geliefd, veel mensen hebben na het consumeren nog lang last van oprispingen. De fout die mensen thuis maken is het opscheppen van een flink bord. Ossenstaartsoep is een typisch voorafje dat ook zo gegeten moet worden. Om de rest van de maaltijd ook nog met smaak te kunnen eten is een pollepel meestal wel voldoende.
Om ossenstaartsoep te maken heb je anderhalve kilo ossenstaart, twee uien, een winterwortel en een klein blikje tomatenpuree nodig. Om de soep op smaak te brengen worden veel kruiden gebruikt, voor een feestelijke ossenstaartsoep heb je nodig, 6 takjes selderij, 2 kruidnagels, 2 laurierblaadjes, 2 takjes tijm, Stukje foelie, peterselie en natuurlijk peper en zout.
Neem een grote pan en bak de stukken ossenstaart om en om bruin in olijfolie, tomatenpuree en twee liter water toevoegen en aan de kook brengen. Uit rundvlees komen eiwitten, deze komen onder het koken op de bouillon te liggen, haal deze weg met een schuimspaan of pollepel. Voeg de ui, wortel en kruiden toe en laat het geheel op een kleine pit ongeveer drie en een half uur trekken. Haal het vlees uit de pan, verwijder de botten en doe het vlees terug in de pan. Vergeet niet om ook de achtergebleven botjes uit de soep te halen. Breng de ossenstaartsoep op smaak met zout en peper. Serveren met een takje peterselie op de ossenstaartsoep.