De smaak van champignonsoep is apart. Bij champignonsoep is het vaak dat je deze of heel lekker vindt of helemaal niet lust. Champignonsoep wordt in de meeste gevallen geserveerd als een gebonden soep. Veel mensen vinden het maken van een mooie gladde gebonden soep moeilijk. De fout die meestal gemaakt wordt is het bewerken van de basis. Ook bij een gebonden soep geldt de gulden regel dat goed en lekker eten tijd nodig heeft.
Om een basis champignonsoep te maken heb je nodig, een ui, vijfenzeventig gram bloem en vijfenzeventig gram boter, een liter water, twee bouillonblokken, room en als laatste champignons naar smaak. Doe de boter in de pan en fruit de ui, voeg de gezeefde bloem toe terwijl je blijft roeren. Als de bloem en boter zijn vermengd voeg je beetje voor beetje het water toe. Het water moet opgenomen zijn voor je een nieuw scheutje in de pan doet, deze bezigheid duurt het langst. Roer het geheel mooi glad.
Houd je toch nog klontjes over doe de basis dan door een zeef. De smaak van de ui is al door het vocht opgenomen, wil je uitjes in de soep fruit dan in een pannetje een nieuwe uit en voeg deze zonder de boter toe. Doe de gewassen en in plakken gesneden champignons met de bouillonblokjes in de basissoep en breng het geheel opnieuw aan de kook. Voeg aan het eind van de kooktijd een scheutje room toe. Maak de champignonsoep op smaak met zout en peper.